Het realiseren van onze klimaatdoelstellingen en CO2-reductie loopt in gevaar door netcongestie: er is te weinig ruimte op het elektriciteitsnetwerk om projecten voor duurzame energieopwekking te kunnen realiseren. Hoe grijpen we in om de het elektriciteitsnet te ontlasten? Netbeheer Nederland pleit voor nieuwe contractvormen.
Bron: persbericht Netbeheer Nederland
Netbeheer Nederland heeft twee position papers gepubliceerd, waarin de netbeheerders pleiten voor de introductie van nieuwe contractvormen om het elektriciteitsnet beter te benutten. Het gaat om alternatieve transportrechten, waarbij (een deel van) de transportcapaciteit voor netgebruikers niet gegarandeerd is, en groeps-transportovereenkomsten, waarin netgebruikers gezamenlijk een overeenkomst met de netbeheerder afsluiten om zo slimmer capaciteit te gebruiken. De position papers zijn in het kader van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie opgesteld.
De energietransitie is in volle gang. De vraag naar transportcapaciteit groeit harder dan netbeheerders kunnen bijbouwen. Daarom is het noodzakelijk dat de beschikbare ruimte op het elektriciteitsnet efficiënter wordt gebruikt. Om dit mogelijk te maken, werken de netbeheerders aan structurele bijpassende contractvormen. Deze nieuwe contractvormen creëren de mogelijkheid om meer netgebruikers op het net aan te sluiten, waardoor netbeheerders minder investeringen in de netten hoeven te doen. Dit houdt de netkosten laag en verlicht de druk op de openbare ruimte. Bovendien betalen netgebruikers die gebruik van maken van alternatieve transportrechten een lager nettarief t.o.v. het reguliere transportrechttarief. In dit kader publiceren de netbeheerders de twee position papers.
Alternatieve transportrechten
De eerste position paper gaat over alternatieve transportrechten (ATR), ook wel non-firm ATO’s (NFA) genoemd. Dit is een nieuwe contractvorm die als doel heeft om de restcapaciteit in het net te benutten. Het komt erop neer dat klanten met een ATR alleen gebruik kunnen maken van het net op de momenten dat er restcapaciteit beschikbaar is, of op de momenten waarvoor afspraken zijn gemaakt. In de position paper worden vier varianten beschreven.
Ten eerste zijn er de tijdsgebonden contracten, waarin de netgebruiker transportcapaciteit contracteert in vooraf bepaalde tijdsvensters. Wanneer een bus alleen in de nacht hoeft te laden, kan dus specifiek daarvoor capaciteit op het net geclaimd worden.
Ten tweede is er de gelimiteerde beschikbaarheid. Bij deze variant bieden flexibele netgebruikers de netbeheerder de mogelijkheid om de klant, gedurende een maximum aantal uur per jaar, (een gedeelte van) de transportcapaciteit te beperken. Bijvoorbeeld in het geval van een storing of voor onderhoud. Zo kunnen klanten in de ‘vluchtstrook’ worden aangesloten.
Ten derde beschrijven de netbeheerders flexibel transportvermogen met kWh garantie, waarin een netgebruiker een transportrecht met een af te nemen energievolume (kWh) contracteert. Zo kan een elektrische boiler de dagelijks benodigde energie afnemen, rekening houdend met de capaciteit in het net.
Als laatste kunnen netgebruikers volledig flexibel transportrecht contracteren, waarbij er vooraf geen zekerheid is of het gewenste vermogen beschikbaar is. Voor deze laatste variant hebben de netbeheerders vorig jaar al een codewijzigingsvoorstel ingediend. De ACM heeft recent aangegeven deze vorm van alternatief transportrecht mogelijk te willen maken. Alternatieve transportrechten zijn vrijwillige contractvormen en kunnen op één aansluiting worden gecombineerd met reguliere transportrechten. Omdat voor alle varianten geldt dat de netgebruikers een lagere zekerheid van transport hebben, is een lager transporttarief van toepassing.
Groeps-Transportovereenkomsten
Als gevolg van de energietransitie – en met name de toenemende lokale duurzame energieproductie – wordt het steeds belangrijker om vraag, aanbod én netcapaciteit met elkaar in overeenstemming te brengen. Samenwerking tussen de netbeheerder en netgebruikers, maar ook tussen netgebruikers onderling, kan een belangrijke bijdrage leveren aan het lokaal afstemmen van vraag en aanbod en slimmer gebruiken van netcapaciteit.
Bij een zogeheten groeps-transportovereenkomst (groeps-TO) delen netgebruikers onderling transportcapaciteit. Door fysieke aansluitingen die gekoppeld zijn aan hetzelfde netdeel virtueel aan elkaar te koppelen, kunnen netgebruikers vraag en aanbod lokaal beter op elkaar afstemmen en daarmee de belasting op het net verminderen. Het voordeel voor de netbeheerder is dat hierdoor meer zekerheid ontstaat over het gebruik van het net binnen de lokale fysieke netgrenzen. Voor de netgebruikers – die bij het aangaan van een groeps-TO met elkaar een groep vormen – is het voordeel dat ze onderling transportcapaciteit met elkaar kunnen uitwisselen en op die manier met en voor elkaar meer ruimte voor afname en invoeding kunnen creëren.
Bij een groeps-TO sluit de netbeheerder dus niet met een individu, maar met een groep netgebruikers een overeenkomst. De belangrijkste afspraak betreft de hoogte van de gezamenlijke transportcapaciteit (groeps-GTV): het vermogen dat de groep als geheel mag gebruiken. Die hoogte is niet zondermeer een optelling van de bestaande individuele GTV’s. Juist omdat de belastingprofielen onderling geoptimaliseerd kunnen worden, zal het groeps-GTV lager liggen. Binnen de groep moet logischerwijs duidelijk afgesproken worden hoe de groeps-GTV ten alle tijden kan worden gewaarborgd.
De netbeheerder blijft verantwoordelijk voor het fysieke net, de groep wordt houder van het groeps-GTV en is verantwoordelijk voor de onderlinge verdeling. Omdat bij het aangaan van een groeps-TO het individuele recht op transport vervalt, is het noodzakelijk dat de groep één vertegenwoordiger (juridische entiteit) aanwijst als contractuele wederpartij voor de netbeheerder. In het geval van toetredende en uittredende deelnemers is het aan de groep om te bepalen hoe daarmee om te gaan. Uitbreiding van het collectieve GTV verloopt logischerwijs wél via de wachtlijst.
Vervolgstappen
De netbeheerders willen de vaart erin houden en roepen partijen zoals ACM en EZK op om hen te ondersteunen in de ontwikkeling van deze nieuwe contractvormen. Voor alternatieve transportrechten zijn de netbeheerders voornemens om een codewijzigingsvoorstel in te dienen om de vier beschreven varianten mogelijk te maken. In de tussentijd vragen zij om extra experimenteerruimte om in pilots ervaring op te doen, omdat voor het sluiten van groeps-TO’s mogelijk eerst nog regelgeving aangepast moet worden. Zodra dit gerealiseerd is, zal ook voor deze contractvorm een codewijzigingsvoorstel opgesteld worden.
Download hier de position paper over alternatieve transportrechten
Download hier de position paper over groeps-transportovereenkomsten
Lees ook dit artikel: Bodemenergie dempt toename stroombehoefte | Bodemenergie Branchevereniging