Bodemenergie of geothermie?

Een term waarmee bodemenergie vaak wordt verward is geothermie. Deze verwarring is begrijpelijk, want beide technieken maken gebruik van de bodem om warmte uit te halen.
  1. Home
  2.  → Bodemenergie of geothermie?

‘De bodem’, wat is dat nu eigenlijk?

Volgens bodemkunde is de bodem het gedeelte van de aardkorst dat door planten wordt doorworteld. In feite is zelfs vast gesteente aan het aardoppervlak geen ‘bodem’ volgens de definitie van de bodemkunde. De wet bodembescherming daarentegen definieert bodem als ‘het vaste deel van de aarde met de zich daarin bevindende vloeibare en gasvormige bestanddelen en organismen’, waarbij verder geen onderscheid naar diepte wordt gemaakt.

Wat is dan het verschil tussen bodemenergie en geothermie?

Een belangrijke indeling van de bodem is het diepte-interval waarop wordt gewerkt. In Nederland wordt een grens getrokken op 500 meter diepte. Boven deze grens is de Wet bodembescherming van toepassing, daaronder is de Mijnbouwwet van kracht. Op basis van deze diepte kunnen we het gebruik van de bodem voor energielevering indelen in:

Bodemenergie (0 - 500 meter)

In de praktijk is de diepte waarop deze systemen worden geplaatst meestal beperkt tot ca. 250 meter.

Geothermie (dieper dan 500 meter)

Waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen diepe geothermie (>1.500 meter, >4.000 meter) en ondiepe geothermie (500 – 1.500 meter).

Temperatuurverschillen tussen bodemenergie en geothermie

Samenhangend met het diepte-interval zijn er verschillen in de temperaturen waarmee wordt gewerkt. Dit wordt veroorzaakt doordat de grondwater- en bodemtemperatuur samenhangen met de gemiddelde temperatuur aan het aardoppervlak en de geothermische warmtegradiënt.

In Nederland is de gemiddelde oppervlaktetemperatuur ca. 11 à 12 °C. Doordat deze temperatuur over een langere periode min of meer constant is hebben het grondwater en de bodem deze temperatuur aangenomen. Hogere temperaturen kunnen wel waargenomen worden in de eerste 10 à 30 m van de bodem als gevolg van seizoensinvloeden en ook het urban heat effect in steden kan een hogere temperatuur veroorzaken.

Toch neemt de bodemtemperatuur met de diepte verder toe. Dit komt door een continue warmtestroom die vanuit de warme kern van de aarde naar de koude oppervlakte stroomt. Deze warmtestroom wordt ook wel de geothermische warmtegradiënt genoemd. Hierdoor neemt de bodemtemperatuur in Nederland toe met ca. 3 °C per 100 m. De temperatuur waarmee een bodemenergiesysteem werkt is daardoor een stuk lager dan waarmee geothermie te maken heeft.

Warmte versus koude

Een voordeel van de lagere bodemtemperaturen waarmee bodemenergie werkt, is dat er zowel hogere als lagere temperaturen in de bodem opgeslagen kunnen worden. Deze warmte en koude kunnen vervolgens in het daaropvolgende seizoen gebruikt worden. Bij geothermie wordt alleen warmte onttrokken aan de bodem en geleverd aan gebouwen. Koeling wordt bij geothermie niet geleverd.

Per project moet daarom onderzocht worden wat het beste kan worden toegepast: geothermie of bodemenergie. Hierbij zijn bijvoorbeeld de functie van een gebouw en de schaalgrootte van belang.

In onderstaande figuur is de verdeling tussen bodemenergie en geothermie weergegeven. Voor meer informatie over de verschillende type systemen, lees verder bij soorten bodemenergiesystemen.