Door: Frank Agterberg, voorzitter BodemenergieNL
Op 20 november werd op een landelijk congres de nieuwe rekenmethode voor de EnergiePrestatie van Gebouwen (EPG) gelanceerd. Deze NTA8800 waardeert daarmee o.a. bodemenergie op de bijdrage aan energiezuinige nieuwbouw. In de NEN-projectgroep waar Frank Agterberg namens DHPA én BodemenergieNL zitting in heeft, wordt momenteel de laatste hand gelegd aan details.
Parallel werden aan de hand van een KostenOptimalisatie-Studie nieuwe normen voorgesteld en andere zogenaamde beleidsmatige aspecten – hetgeen betekent dat dit in een volledig door MinBZK/RVO gecontroleerd proces met zeer selectieve betrokkenheid en invloed van stakeholders loopt. Bodemenergie zit op zich prima in het spel middels water-water warmtepompen (één-op-één overgenomen uit de NEN7120 bijlage Q), door de verplichte daadwerkelijke invulling van koelbehoefte bij sterk geïsoleerde gebouwen die ’s zomers (dus) oververhit raken en doordat bodem in de voorgestelde BENG3 norm als volledig duurzame bron is gealloceerd.
Grote zorgen zijn er over een niet-ambitieuze BENG1 norm welke de isolatiegraad van een gebouw voorschrijft en daarmee de geschiktheid berekent voor een (bodemgebonden) warmtepomp. Ook over de primaire energie-factor (PEF) welke de ‘duurzaamheid’ van de elektrische hulp-energie voor de warmtepomp van een BES berekent bestaan zorgen. Deze PEF dreigt door te schieten waarmee weerstandsverwarming (bv. IR-panelen) in plaats van (bodemgebonden) warmtepompen worden gestimuleerd. De zorgen worden zeer breed gedeeld. Een alliantie van o.a. DHPA en NII (isolatie-branche) bereid zich voor om ‘politiek’ te gaan.